-
1 cotiser
cotiser [kottiezee]♦voorbeelden:1 geld bijeenbrengen ⇒ botje bij botje leggen, met elkaar betalen♦voorbeelden: -
2 se cotiser pour offrir un cadeau
se cotiser pour offrir un cadeauDictionnaire français-néerlandais > se cotiser pour offrir un cadeau
-
3 recueillir
recueillir [rəkujjier]1 ver-, inzamelen ⇒ bijeenbrengen, opvangen2 opnemen ⇒ ontvangen, herbergen3 erven♦voorbeelden:recueillir des fonds • geld inzamelenrecueillir le fruit d'une bonne action • de vruchten plukken van een goede daadrecueillir des renseignements • inlichtingen inwinnenrecueillir 100.000 voix • 100.000 stemmen krijgenv1) verzamelen, bijeenbrengen2) opvangen3) opnemen4) ontvangen5) erven
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский